Gabriella van Rosmalen

Ik vind het altijd een beetje tricky om gerechten een bekende naam te geven. Je hoeft namelijk geen chefkok te zijn om te zien dat mijn nasi niet echt lijkt op de originele versie. Toch durfde ik de gok wel te nemen, met als resultaat een heerlijk makkelijke nasi met zelfgemaakte pindasaus! 

Dit recept is geschikt voor 2 grote of 3 kleine eters. 

Ingrediënten

Voor de nasi 

• 150 gram kipfilet
• 2 preien
• 1 gele paprika
• 150 gram champignons
• 130 gram zilvervliesrijst
• 3 theelepels kerriepoeder
• 1 theelepel citroengraspoeder
• Een snufje zout
• 1 theelepel sambal

Voor de pindasaus 

• 3 flinke eetlepels pindakaas (het liefst 100 % natuurlijk)
• 2 theelepels knoflookpoeder
• 100 ml magere melk

Iedereen klaar? Bakken maar!

1. Breng de zilvervliesrijst in een ruime pan aan de kook en hou het aantal minuten op de verpakking aan.
2. Snijd de kip in kleine stukjes en bak deze met een beetje olijfolie mooi bruin in de wok.
3. Was de prei en de paprika goed schoon en doe de champignons af met een keukenpapiertje (zand in je eten is nooit lekker). Snijd de groenten in stukjes en doe deze bij de kip in de wok.
4. Strooi de kerriepoeder, het citroengras en het zout over de groenten en de kip en roer alles goed door elkaar. Daarna mag de sambal erbij.
5. Is je rijst gaar? Giet het water af en doe de rijst in de wok. Hussel alles nogmaals goed door elkaar en laat het tien minuten op een heel laag vuurtje staan.
6. Zet een kleine pan op het vuur en doe hier de pindakaas, melk en knoflookpoeder in. Breng alles al roerend aan de kook. Zodra de eerste bubbels verschijnen, mag het vuur weer zachter. Vind je de pindasaus te dik? Doe er dan een klein beetje melk bij.

Extra tip: gedroogde uitjes erbij maakt deze makkelijke nasi nog lekkerder. Eet smakelijk!